U bent hier: Home / Stedenbouwkundige vergunning / De vergunningsaanvraag / Speciale regelen van openbaarmaking (SRO)

Speciale regelen van openbaarmaking (SRO)

De speciale regelen van openbaarmaking omvatten een openbaar onderzoek en/of een advies van de overlegcommissie over de vergunningsaanvraag.

Een vergunningsaanvraag wordt enkel onderworpen aan de SRO's als een regelgevende tekst dat voorziet (BWRO, GBP, BBP ...). De redenen voor onderwerping aan de SRO's zijn talrijk en divers.

Bijvoorbeeld:

  • in geval van een effectenrapport;
  • in geval van overschrijding van een in het GBP bepaalde oppervlaktedrempel voor een bijzondere bestemming;
  • als de aanvraag een afwijking inhoudt van een bijzonder bestemmingsplan of van een verkavelingsvergunning;
  • als de aanvraag een afwijking inhoudt van een stedenbouwkundige verordening met betrekking tot volume, inplanting of vormgeving van de bouwwerken;
     

1) OPENBAAR ONDERZOEK

De gemeenten organiseren een openbaar onderzoek om de omwonenden over de geplande handelingen en werken te informeren. Het wordt bekendgemaakt aan de hand van rode affiches die worden aangeplakt in de buurt van het goed waarop de aanvraag betrekking heeft. Een openbaar onderzoek duurt in principe 15 dagen. Het kan worden verlengd tot 30 dagen wanneer de aanvraag is onderworpen aan een effectenbeoordeling of betrekking heeft op verkeerswegen.

Tijdens die periode is het mogelijk om:

  • het dossier te raadplegen:
  • online, op de site OpenPermits.brussels;  
  • bij het gemeentebestuur, waar 
    • het dossier minstens één dag per week 's avonds kan worden ingekeken;
    • eventuele bedenkingen bij het project mondeling kunnen worden geformuleerd bij het gemeentepersoneel;
  • schriftelijke opmerkingen over het project kenbaar te maken:
    • bij het gemeentebestuur, bij de raadpleging van het dossier;
    • per brief aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waar het project is gelegen;
    • per e-mail aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waar het project is gelegen.


Tijdens het openbaar onderzoek kan men eveneens vragen om door de overlegcommissie te worden gehoord.

Wanneer de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning die aan een openbaar onderzoek onderworpen is, een nieuw bouwwerk betreft met een oppervlakte van meer dan 400 m², de uitbreiding met meer dan 400 m² van een bestaand bouwwerk of een bouwwerk waarvan de hoogte met een of meerdere bouwlagen die van de omringende bebouwing binnen een straal van vijftig meter overstijgt, moet de rode affiche van het openbaar onderzoek vergezeld gaan van een "3D-aanzicht" van het project (meer bepaald een axonometrie of een gelijkwaardige driedimensionale grafische voorstelling).
 

2) OVERLEGCOMMISSIE (OC)

Het project wordt in principe tijdens een openbare zitting voorgelegd aan de overlegcommissie. De aanvrager stelt er zijn project voor en wie daartoe een verzoek heeft ingediend tijdens het openbaar onderzoek, wordt er gehoord.

Elke van de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een overlegcommissie.

Ze is samengesteld uit 6 leden die de overheidsinstanties vertegenwoordigen die bevoegd zijn voor stedenbouwkundige vergunningen en milieuvergunningen:

  • de gemeente, die het voorzitterschap en het secretariaat van de OC verzorgt (3 leden); 
  • de directie Stedenbouw van urban.brussels, voor het stedenbouwkundige aspect (1 lid);
  • de directie Cultureel Erfgoed van urban.brussels, die de aspecten van het onroerende erfgoed en van het archeologische erfgoed beoordeelt (1 lid);
  • Leefmilieu Brussel, dat de milieuaspecten van het project onderzoekt (1 lid).


Over het algemeen wordt de overlegcommissie om advies gevraagd nadat het project aan een openbaar onderzoek is onderworpen, maar dat is niet altijd het geval. Het advies is soms vereist terwijl een openbaar onderzoek niet nodig is.

Het project wordt in principe tijdens een openbare zitting voorgelegd aan de overlegcommissie. De aanvrager stelt zijn project voor en, als er een openbaar onderzoek is gehouden, kan elke belanghebbende die daarom verzoekt tijdens het onderzoek zijn standpunt over het project mondeling toelichten.

Na de openbare zitting beraadslaagt de OC achter gesloten deuren en brengt ze een met redenen omkleed advies uit over het voorwerp van de aanvraag.

Het advies van de overlegcommissie is in principe raadgevend: de overheid die verantwoordelijk is voor het afgeven of weigeren van de vergunning is vrij om dat advies al dan niet op te volgen. Als ze dat echter niet doet, moet ze dat in de motivering van haar beslissing toelichten.

Er is één uitzondering op dit principe, waarbij het advies van de overlegcommissie bindend is. Die uitzondering geldt alleen voor vergunningsaanvragen die onder de bevoegdheid van de gemeenten vallen, en is van toepassing wanneer het advies van de overlegcommissie unaniem en in aanwezigheid van de vertegenwoordiger van de gewestelijke directie Stedenbouw is uitgebracht:

  • Als dat advies ongunstig is, moet het college van burgemeester en schepenen de vergunning weigeren;
  • Als dat advies gunstig is, hoeft de gemachtigde ambtenaar niet meer tussen te komen en als voor het project vrijstellingen moeten worden toegekend van bepaalde stedenbouwkundige regels (GSV, GemSV, BBP enz.), krijgt de overlegcommissie de (in principe aan de gemachtigde ambtenaar toegekende) bevoegdheid om die vrijstellingen toe te kennen. 

Document acties