Stedenbouwkundige inlichtingen en onroerende publiciteit
Het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) werd onlangs gewijzigd bij de ordonnanties van 3 april 2014 en van 8 mei 2014 met betrekking tot stedenbouwkundige inlichtingen en onroerende publiciteit.
U vindt hieronder het antwoord van minister-president Rudi VERVOORT op de interpretatievragen die zich gesteld hebben op het ogenblik van deze wetswijzigingen.
De stedenbouwkundige inlichtingen (BWRO, art. 275):
In artikel 275 van het BWRO staat de inhoudelijke opsomming van de stedenbouwkundige inlichtingen (SI's) die de gemeenten gehouden zijn te verstrekken aan degenen die erom verzoeken.
Ook de gemachtigde ambtenaar is hiertoe gehouden voor de aanvragen door de publiekrechtelijke rechtspersonen die bedoeld worden in artikel 275 van het BWRO.
De lijst van de elementen die vermeld moeten worden, werd uitgebreid. De nieuwe elementen moeten vanaf 1 november 2014 vermeld worden. Momenteel worden een nieuw uitvoeringsbesluit en aangepaste formulieren voor de aanvraag en het verschaffen van stedenbouwkundige inlichtingen opgemaakt.
De stedenbouwkundige inlichtingen kunnen in twee groepen ingedeeld worden:
-
De 'kleine stedenbouwkundige inlichtingen': bedoeld in de punten 1° tot 7° van lid 2 van artikel 175 van het BWRO.
Het gaat om de inlichtingen die tot op vandaag verschaft werden, nog van toepassing en waaraan het eventuele bestaan van een rooilijnplan toegevoegd wordt (punt 7°).
Deze 'kleine SI's moeten meegedeeld worden ‘aan wie erom verzoekt'. Tot deze groep behoren ook de verhuurders die hun goed te huur stellen voor een periode van meer dan 9 jaar en die verplicht zijn om de SI's in de hieraan verbonden onroerende publiciteit te vermelden (BWRO, art. 281). -
De 'grote stedenbouwkundige inlichtingen': bedoeld in de punten 1° tot 3° van lid 3 van artikel 275 van het BWRO en te verschaffen vanaf 1 november 2014 (vervangen door de punten 1° tot 4°, te vermelden vanaf de inwerkingtreding van het toekomstige uitvoeringsbesluit).
Het betreft nieuwe inlichtingen zoals de toelatingen die van toepassing zijn, de geoorloofde aanwendingen, de vaststellingen van overtredingen, enz., die onderzoek en een grondigere analyse door de bestuurlijke overheid vergen.
Deze 'grote SI's' dienen meegedeeld te worden ‘aan iedere houder van een zakelijk recht op een onroerend goed, alle personen die deze houder machtigt of een mandaat geeft, evenals iedere persoon die een rol speelt bij de overdracht van een onroerend goed'. De betreffende handelingen zijn dus de verkopen en daarmee gelijkgestelde operaties (erfpacht, opstalrecht). De verhuur wordt niet bedoeld (want die kent geen reële rechten toe en houdt geen 'overdracht van een onroerend goed' in strikte zin in).
De onroerende publiciteit (BWRO, art. 99, 280 en 281);
- Artikel 99 van het BWRO - De notariële akten: het betreft de stedenbouwkundige informatie die vermeld moet worden in de notariële akten van verkoop, van vestiging van opstal of van erfpacht, of van verhuring voor meer dan 9 jaar (onder meer de SI's bedoeld in artikel 275).
- Artikel 280 van het BWRO - De onroerende publiciteit die aan notarissen opgelegd wordt: het betreft stedenbouwkundige informatie die de notarissen dienen te vermelden in de onroerende publiciteit voor de verkoop, de vestiging van opstal of van erfpacht, of de verhuring voor meer dan 9 jaar (onder meer de SI's bedoeld in artikel 275), vóór die akten.
-
Artikel 281 van het BWRO - De onroerende publiciteit opgelegd aan vastgoedmakelaars en particulieren: het betreft stedenbouwkundige informatie die 'iedereen die voor eigen rekening of als tussenpersoon een goed verkoopt, verhuurt, een erfpacht of een opstalrecht overdraagt' moet aangeven in de hieraan verbonden onroerende publiciteit (onder meer de SI's die in artikel 275 bedoeld worden), vóór die akten.
NB: het zijn dezelfde handelingen die in de artikelen 99 en 280 bedoeld worden, zodat wat de huur betreft enkel de verhuring 'voor meer dan 9 jaar' betrokken is.
Document acties